De Boermarke Eext

De Drentsche Boermarken zijn voor het jaar 1300 opgericht. Een marke was een grote oppervlakte, die gedeeltelijk in cultuur gebracht was, maar het overgrote deel was nog woest: heide, bossen en venen. De boeren hadden in hun eigen marke evenveel rechten. De marken werden omzoomd door een grens van water of van dikke veldkeien. Buiten deze markestenen mochten de schepers , de varkenshoeders of de koehoeders zich niet met hun kudden bevinden. De Boermarke van Eext strekte zich ook uit tot in het veengebied waar nu Veendam ligt. De bisschop van Utrecht had in 944 het gebruikers- en het jachtrecht van de Duitse Koning Otto verworven en in 1024 verleende koning Hendrik de 2de de grafelijkheid in de gouw Drenthe. De bisschop behield zelf het jachtrecht over deze woeste gronden. Voor 1 mud koren kreeg iedere boerderij in Drenthe het recht om koeien, paarden, schapen, geiten, ganzen en varkens op de woeste gronden in hun marke te hoeden . De boeren in Eext moesten ieder jaar gezamenlijk 19 mud rogge aan de bisschop leveren. Het aantal mudden dat door de boeren in Drenthe opgebracht moest worden, is waarschijnlijk al omstreeks 944 vastgesteld op 19. Tijdens de hervorming is in Drenthe in 1594 het katholieke geloof afgezworen en werd men in Eext massaal, zoals ook elders in Drenthe, hervormd. Het recht werd in eigen hand genomen en de woeste gronden in eigen bezit genomen. De woeste gronden werden nu door de boeren in Drenthe tot het bezit van het Landschap Drenthe verklaard . De Drentse boeren moesten die gronden onderling verdelen. In Eext kwamen de boeren overeen dat iedere boerderij voor 1 waardeel gewaardeeld zou worden. In Eext waren 28 boerderijen, in Eexterveen 4 , samen in de Eextermarke dus 32 boerderijen. De Scheper kreeg slechts waardeel in de marke omdat hij een vergoeding voor ieder schaap dat hij onder zijn hoede had. Deze verdeling is rond 1600 tot stand gekomen. De boeren die in Eexterveen een boerderij hadden, kwamen van oudsher uit Eext. Mede daarom werden Eext en Eexterveen als 1 boermarke gerekend. De afspraken zijn vermoedelijk mondeling geregeld, omdat geen schriftelijke verklaring is gevonden. Bovendien was het 80-jarige oorlog in ons land. Men eigende zich dus de woeste gronden toe, die het eigendom waren van de katholieke kerk… Welke welgestelde boer zou zijn handtekening ter goedkeuring onder een acte durven zetten? De toekomst was ongewis en als de Spanjaarden ooit weer heer en meester zouden zijn, konden strenge straffen verwacht worden. Later bestond de Boermarke van Eext uit 28 en 1/4 waardelen omdat Eexterveen 4 waardelen kreeg. Iedere boerderij had rond 1600 dus 1 waardeel in de onverdeelde woeste gronden van de Boermarke van Eext. Er waren echter boeren die hun boerderij gingen splitsen en dan kreeg elk deel van de gesplitste boerderij een waardeel. In 1846 besloten de gezamenlijke boeren van Eext een deel van hun heidevelden onderling te verdelen. Dit deel van de woeste gronden moest maar even in 67 porties verdeeld worden! Dat vergde echt veel rekenwerk, want het was meer dan een eenvoudige rekensom: het aantal hectares delen door het aantal rechthebbenden. Een voorbeeld: Jan Jobing had de enkele waardelen gerfd en misschien ook wel gekocht : + x + 361/600.De rekensom moest dus nog 66 keer worden herhaald! Het grondbezit van bijna ieder boer is groter geworden. Jan Jobings grondbezit werd in 1846 met 4.20.24 ha. vergroot. In 1869 zijn alle woeste gronden rondom Eext verdeeld. Deze waren veel groter dan de gronden die in 1846 verdeeld waren, met uitzondering van de Schaapwas, de plas waarin ieder jaar de schapen van Eext en weide omgeving werden gewassen. Ook een paar heidevelden werden niet verdeeld. Als er iets verkeerd gegaan was met het uitrekenen van de waardelen dan konden de reken- en meetfouten hiermee worden hersteld. Ook enkele bossen bleven nog in het bezit van de Boermarke, voornamelijk de Brinken. Deze kon men niet verdelen omdat er bomen opstonden waarvan de eigenaren een pacht aan de Boermarke betaalden. Uit het Boerbos werd ieder jaar een groot aantal bomen verkocht.