b>STINKERSTEEG
De Naweg werd door sommige mensen ook wel Stinkersteeg genoemd. In Eext is in 1953 riolering aangelegd. Het regenwater werd via goten en slootjes afgevoerd. Aan de noordoostkant van het dorp is het ruim 3 meter hoger dan aan de zuidwestkant van het dorp, zodat al het overtollige water door deze steeg door het dorp afgevoerd werd. Deze steeg werd Stinkersteeg genoemd om dat de koeien, die s morgens het veen in werden gedreven, hier hun ontlasting kwijt moesten. Ze stonden op de zelfde plaats te schijten. Dat trekt natuurlijk heel veel muggen aan. Doordat het 1ste gedeelte van de Naweg vrij laag gelegen was, ontstond op natuurlijk wijze een open riool. Het was daar dan nog al vaak modderig en deze modder werd dan ook nog vermengd met de koeienmest. Stankoverlast is er dan gauw. Honderd meter verderop aan de linkerkant van de weg is een heg. Deze heg, die al honderden jaren oud is, is een restant van de heg die om het gehele dorp lag om de essen te beschermen tegen de vraatzucht van het vee. Het toegangshek naar het dorp stond altijd open, maar moest eigenlijk altijd open of dicht gedaan worden. Maar er was altijd nog wel iemand die volgde met zijn zijn koeien
NAWEG NO.8
De woning op no. 8 is waarschijnlijk in 1855 gebouwd en werd toen bewoond Lucas Kerkveld (geboren 27-02-1824) en was getrouwd (13-09-1855) met Lammechien Koiter. De woning is gebouwd op een deel van het erf van haar ouders. Het echtpaar kreeg vier kinderen. Lucas Kerkveld was schaapherder in Eext. De zeventien petroleulampen die verspreid in Eext stonden, werden door Lucas – als bijverdienste – gedurende de winterperiode aangestoken. Zon 180 avonden per jaar was hij daarmee zoet. Iedere avond tegen ,,tweeduuster ging hij met zijn lantaarnladder op pad om de lampen aan te steken. Tegen 10 uur nam hij de ladder weer op zijn schouder om alle lampen uit te blazen. s Morgens voor dat hij met de schapen naar de heide ging, ging hij eerst weer met de ladder, een lampenborstel en een blik petroleum bij de lampen langs om de glazen schoon te maken en ze met petroleum bij te vullen. Om nog wat meer inkomen te hebben, waren er regelmatig een of meer kostgangers. Zoals de scharenslijpers Jan Hendriks en Geertruida Hendriks. Ook waren er ieder jaar een aantal Eekschillers ,,in het Hotel, zoals ze hun woning ook wel gekscherend noemden. Zo ook Willem Vlieger en Neeltje Lensink. Op 20 mei 1886 is hun dochter Teunisje Vlieger, die vijf maanden daarvoor 16 januari 1886 in Doornspijk geboren was, in Eext overleden.Toen zijn ouders waren overleden en zijn zuster en broer niet meer thuis woonden, bleef Roelof Kerkveld hij was ook nog een tijdlang schaapsherder – alleen in deze woning achter. Maar redden deed hij zich zeer zeker. Als hij op zijn land bezig was, was de baanderdeur gewoon open. De bakker en de kruidenier redden zich ook zelf. Ze keken wat hij nodig had en zetten het op zijn plaats in de (kelder)kast. Als het de betaaldag was en als Roelof Kerkveld niet thuis was, lag de portemonnee klaar op de schoorsteenmantel. De bakker en de grutter haalden het geld eruit waar ze recht op hadden. Op de 1ste dag van januari ging Roelof Kerkveld, net als andere mannen, langs zijn vrienden en bekenden om hen een goed nieuwjaar te wensen en daar natuurlijk een borreltje op te drinken. Roelof had wederom de baanderdeur open, de ,,Nijjaarskoeken en de kniepertjes stonden klaar op de tafel en de fles met jenever met de daarbij behorende glaasjes stonden ook, zodat men zich zelf kon bedienen. Zoals Roelof Kerkveld zelf zei, hij kon zich best zonder vrouwvolk redden. Toch is Roelof Kerkveld in 1947 getrouwd met Annechien Boes. Zij was zijn schoonzuster en weduwe van zijn broer Lucas Kerkveld, die in 1944 was overleden. De weduwe bleef achter met drie dochtertjes, waarvan de oudste 14 jaar was. Het boerderijtje waar hij tot dan toe gewoond had, heeft hij in 1947 verkocht.