DE NACHTWACHT

In vroegere jaren was het s nachts pikkedonker in het dorp. Men hoorde vaak vreemde geluiden, die men niet thuis kon brengen. Daarom was men er van overtuigd dat het s nachts nog al eens spookte.
Harmpje Koops woonde aan de Gieterstraat. Zij was doofstom geboren als enige dochter van Jacob Koops en Aaltien Julsing, neef en nicht. Vroeger kwam het vaak voor dat familieleden met elkaar trouwden, voornamelijk om het moeizaam vergaarde bezit veilig te stellen. Vaak vertoonden kinderen uit zulke huwelijken lichamelijke en geestelijke gebreken. Zo ook Harmpje. Op latere leeftijd werd ze ook nog blind.
Toen haar ouders niet meer leefden, bewoonde zij als een kluizenaar een kamer in deze grote boerderij die aan anderen verhuurd werd. Omdat ze niet kon zien of het dag of nacht was, niets hoorde en geestelijk wat in de war was, kwam ze tot rare dingen. Ze liep vaak midden in de nacht door het dorp en maakte dan vreemde geluiden. En juist door die vreemde geluiden dachten de Eextenaren dat het spookte.
Daarom werd op een vergadering van de Boermarke besloten een nachtwacht in te stellen. Er werd gezamenlijk wachtgelopen door twee buren. Elk huis had de plicht bij toerbeurt iemand aan te wijzen die s nachts wacht ging lopen. Het was een griezelige taak en het werd met grote tegenzin gedaan. Het duurde dan ook niet lang of de rijkere boeren hadden er geen zin meer in en stelden voor om het wachtlopen uit te besteden. Zo kreeg Eext als een van de eerste dorpen in Drenthe een betaalde nachtwacht.